Oost-Souburg 1943,
Directe omgeving watertoren.
Informatie in de jaren was zeer gebrekkig en eenzijdig, zeker met betrekking tot situaties aan de diverse fronten, mede door het feit, dat op enig moment alle radiotoestellen door de burgerbevolking moesten worden ingeleverd. Nalatigheid of weigering werd door de Duitse overheid streng gestraft.
Informatie werd vervolgens mondeling onder de burgerbevolking doorgegeven. Onder de jeugd ontstond een eigen jargon. Het was simpel kort en daardoor doeltreffend. Op deze manier wist ik, dat bij de watertoren van Souburg een reusachtige propeller was neergeploft, afkomstig van een aangeschoten bommenwerper.
Toen ik ter plekke kwam lag daar de bewust propeller, licht glanzend met verwrongen bladeren in het gras. Van dichtbij was te zien dat de as van het gevaarte recht was afgescheurd. Ik dacht: daarboven is het net zo vreselijk al bij ons beneden.
Een vriend van mij vertelde, dat bij Ritthem een blauwe uniformjas was aangespoeld, afkomstig van een Engelse piloot en die door hem was meegenomen naar huis.
Tevens deed het verhaal de ronde, dat de vliegtuig bemanning zonder parachute uit een brandend vliegtuig’s was gesprongen. In snel tempo vervolmaakte zich de beeldvorming omtrent het ware karakter van een oorlog, wat overigens het geval was bij al diegenen die het meebeleefden. Op het laatst van de oorlog zou ik nog V1- vliegende bommen zien overvliegen en V2- raketten zien opstijgen vanuit Serooskerke.
tekst en afbeelding : Cees van der Burght – De oorlog die geen einde nam –