In het archief ben ik gestuit op een nieuwe tekening waarop de gangen en ook de ‘ vernieuwde ‘ boulevard staan ingetekend. Dit geeft natuurlijk altijd een mooi referentiepunt waar iets zich bevindt.
Op de eerste foto staan 2 nummers, heel eenvoudig bankje 1 en bankje 2. Op de tekening staan deze nummers ook en geven dus de lokatie aan. Op de overige 2 foto’s staat respectievelijk een 3 en een 4, deze geven de plek aan waar de gang (4) richting de Coosje Buskenstraat loopt en de 3 geeft aan dat onder deze plek een toegang heeft gelegen.
In oude verslagen kwam ik interessante informatie tegen die ik hier in het kort, in mijn eigen woorden, zal vermelden.
Op 23 april (1981) kreeg de gemeente een melding dat er tijdens werkzaamheden (slaan van damwanden) iets was aangetroffen op de boulevard. Het bleek als snel dat deze vondst als bijzonder aangemerkt moet worden en dat het stilleggen van de werkzaamheden gerechtvaardigd was. Na overleg met de dienstdoende opzichter was men hiertoe bereidt, maar niet voor al te lange tijd (echt waar het staat er echt!)
De onderzoekende ploeg kreeg toestemming om de volgende dag tussen 7.00 en 9.00 uur onderzoek te doen.
Een ander interessant stuk uit de verslagen is het volgende : Rijkswaterstaat heeft toegezegd een nieuwe toegang te maken aan de landzijde van de damwand. Of dit is gebeurd heb ik niet weten te achterhalen.
Dit speelde dus in april (1981). In de maand september is er een toegang opgegraven om voor een langere tijd onderzoek te kunnen doen. Hier maak ik voorzichtig uit op dat de eerste keer een toegang is geweest op het trottoir bij de zeemuur (bankje 1 en 2 ) en de tweede keer op de plek waar Frans Naerebout heeft gestaan.