De oude blikfabriek die enigszins verscholen lag in een laag uitgegraven gebied, omgeving de hoge aarden wallen en roestig vervallen hekwerk, werd grotendeels door verwilderdstruikgewas ingekapseld.
Het gehele complex was als fabriek reeds lange tijd buiten gebruik.
De toegangsdeur stond half open en werd door tocht wat heen en weer bewogen.
Eenmaal binnen geslopen zag ik in de schaars verlichte fabriekshal, rekken gevuld met helmen afkomstig van het voormalige Nederlandse leger, in keurige orde en regelmaat gestapeld op de planken staan, in een sinistere sfeer, ontstaan door het schaars invallende daglicht. De slaande deuren en de grote druppels lekwater, die onregelmatig op de betonnen vloer neerpetsten en reeds behoorlijke plassen water hadden gevormd, die spookachtig het licht reflecteren.
Ik wist mijn angsten te overwinnen en dacht;”in een rek zo vol met helmen mist men vijf, zes helmen niet. Ik heb er één van “gevangen” en lange tijd gedurende de oorlog gedragen naar school, op zwerftochten en tijdens luchtaanvallen.
Tekst en afbeelding : Cees van der Burght – De oorlog die geen einde nam –
Afbeelding afkomstig uit het Gemeentearchief Vlissingen