Mei 1940 – verslag Rode Kruis –

De meidagen van 1940 zijn door vele auteurs met grooten namen beschreven. Velen hebben het overrompelde karakter van den lagen Duitschen overval in fraaie bewoordingen op schrift gesteld, vele beeldende kunstenaars gaven afbeeldingen van het grievende onrecht het Nederlandsche volk is aangedaan zodat het doelloos is hier trachten te vertellen wat er in ons omging, toen het ons duidelijk werd dat ons land op de meest verraderlijkste wijze was aangevallen.

Dr. Jens, Naarden 1945-1946

10 mei 1940

De ochtend van de 10de mei 1940 betekent voor de Rode Kruis medewerkers in Vlissingen het begin van een lange tijd waarin veel zou gaan gebeuren.

De afspraak die gemaakt is bij oorlogsdreiging is dat iedereen samen zou komen bij de “ Oude Vriendschap “ op de Oude Markt. De opkomst is goed vrijwel ieder is zich bewust van zijn of haar taak en begint gelijk met de uitvoering hiervan.

school : hospitaalAuto’s worden gevorderd, ingericht en de chauffeurs doen een testrit. Een andere groep heeft een begin gemaakt met het ontruimen, schoonmaken en het inrichten van de school aan de Sottegemstraat om deze als noodhospitaal te gebruiken. Tegen de avond beschikt het noodhospitaal over 100 bedden, dit tot grote tevredenheid van officieren van de Franse Militair Geneeskundige Dienst.

Gedurende de nacht van vrijdag op zaterdag laat men kleine groep het noodhospitaal bewaken. Men weet maar nooit.

De overige Rode Kruismedewerkers krijgen de gelegenheid om naar huis te gaan, om wat te slapen of hun gezinnen naar dorpen buiten de stad te brengen. Hierdoor kan men zich in de toekomst volledig op hun taak als Rode Kruismedewerker richten.

 “ Vanochtend heel vroeg werd ik wakker door vreemde geluiden, knallen, motorgeronk en vele menschenstemmen op straat (…) Als ik dan uit mijn bed kom en de radio maar eens aanzet, zegt Hilversum :’luchtlandingstroepen zijn neergelaten in den omtrek van den Haag. De Duitsche troepenmacht heeft onze grenzen overschreden. (…) Ik vraag me af wat de dag van morgen zal brengen “


Het is oorlog. Een blik richting de Schelde laat zien dat de schipbrug
openstaat en de nieuwe onderzeeër vaart net weg. Bij een ander schip maken sleepboten sleeptouwen vast. Plots duiken er twee vliegtuigen op, met een zwart kruis op hun staart. bomaanval vliegveld vlissingen 10 mei 1940Een aanval op het vliegveld bij Oost-Souburg, veel geschiet en de vliegtuigen verdwijnen weer.

Bij het Rode kruis komt de eerste gewonde binnen. Een soldaat, gelegerd bij het vliegveld, die zichzelf door de hand heeft geschoten bij het verlaten van zijn loopgraaf. Ook de eerste dode Nederlandse militair ziet men deze ochtend: dood door zelfmoord.

” verder was er nog een lijk binnengekomen van een Nederlandse Militair, die zich door suicidium aan zijn Vaderlandse plicht heeft onttrokken”

De sirenes loeien, Duitse vliegtuigen werpen hun bommen af boven Vlissingen. Gelukkig komen er op dit moment alleen gewonden binnen met glasverwondingen. Niet alleen veroorzaakt door de luchtaanval maar ook door een vroegtijdige ontplofte mijn, uitgeworpen door een Duits vliegtuig. Deze mijn veroorzaakt glasschade op de Nieuwendijk.

De eerste oorlogsdag verloopt voor de legereenheden in Zeeland tamelijk rustig.Dit in vergelijk met de vele andere legeronderdelen elders in het land. Het vliegveld bij Oost-Souburg wordt bestookt door de Luftwaffe en de Koninklijke Maatschappij De Schelde wordt gebombardeerd door brandbommen. Franse en Engelse mijnenvegers trachten de Westerschelde vrij te houden van magnetische mijnen, afgeworpen door de Duitse luchtmacht¹

Deze dagen vinden er talloze besprekingen plaats tussen de Rode Kruismedewerkers; taken worden verdeeld en opdrachten uitgevaardigd. Zo wordt inventaris uit het gevaarlijke gebied rond de scheepswerf verplaatst naar een andere lokatie. 

Constant loeit het luchtalarm, echter de overvliegende vliegtuigen laten hun dodelijke lading niet vallen. Nog niet, maar dit zal snel veranderen.

Waar sommige nog de hoop hebben dat het allemaal wel mee zal vallen zien een aantal winkeliers en een hotelhouder het allemaal somber in en geven hun voorraden aan het Rode Kruis wat dankbaar in ontvangst wordt genomen.

Op 11 mei arriveren in Vlissingen een aantal schepen met Franse militairen, een vrachtboot met materieel en de kruiser (luchtverdediging) Mardijk. Het konvooi stond onder bevel van de Franse Schout-bij-Nacht Platon, die zijn hoofdkwartier had gevestigd in de kazematten bij het Keizersbolwerk²

12 mei 1940

De volgende dag, 12 mei 1940 ( 1e Pinksterdag ) slaat de oorlog toe in Vlissingen. Een vergadering van de burgemeester, samen met vele doktoren en Rode Kruis functionarissen wordt abrupt afgebroken als het luchtalarm begint te loeien en harde schoten worden gehoord.

Op straat vluchten voetgangers woningen binnen en andere zoeken dekking in rioolbuizen die neergelegd zijn door jongens van de Zeevaartschool als schuilplaats.

Boven de binnenstad stijgen wolken hoog op, lijkende alsof er brand is maar zonder de aanwezigheid van vlammen. Bommen zijn gevallen en binnen enkele minuten komen de eerste lichtgewonden binnen in het ziekenhuis, voornamelijk verwondingen aan de huid door glas.

Tuindorp, Singel, Scheldestraat en de delen van de binnenstad zijn de plekken waar de bommen terecht zijn gekomen. Na het zien van de lichtgewonden ziet men nu de gruwel van de oorlog: slachtoffers, onherkenbaar, verscheurde kledingstukken, bedekt onder een grijze deken van puinstof.

In eerste instantie is de onwennigheid onder de Rode Kruismedewerkers groot, dit had men nog nooit gezien. Ze staan er niet alleen voor, hulp van buitenaf zorgt er voor dat de gewonden ontkleed en gereinigd worden. Binnen het halfuur liggen de meeste gewonden in een ziekenhuisbed.

Van de groepen hulpverleners die direct hulp zijn gaan verlenen komen de berichten binnen dat een groot gedeelte van de Scheldestraat en de Koudenhoek in puin ligt en dat men met alle macht bezig is te zoeken naar slachtoffers.

In de loop van de dag worden er een aantal doden binnengebracht.

“ zelden zag men menselijke lichamen op een dergelijke wijze uiteengereten en verminkt.”

Naast het zien van de gewonden en doden wordt er nog meer beroep gedaan op de aanwezige. De zware taak om aan familieleden te moeten vertellen dat hun geliefde zich niet onder de gewonde bevindt maar overgebracht is naar het mortuarium. 

Politieagenten zijn aanwezig en moeten soms hun gezag inzetten om familieleden te verplichten hun overleden dierbare te identificeren aan de hand van een kledingstuk of sierraad.

Een uur na het het bombardement zorgen twee vrouwen voor paniek op het ziekenhuisterrein. “ Ik ben met gas besmet, ik ruik het”, roepen ze. Dit veroorzaakt op zijn beurt verwarring bij het geneeskundige personeel. Nog niet eerder waren er berichten binnengekomen dat de Duitsers gas hadden ingezet. Echter kan met het niet uitsluiten en de vrouwen worden in de infectie-barak onderzocht.

De dokter constateert blaren op de handen, maar alleen aan de uiteinde van de vingers en aan de binnenkant van de handpalm. Dat is vreemd. Dit behoort niet toe aan gas. Hier is wat anders gebeurt. Na het verkrijgen van meer informatie blijkt dat de dames door het bombardement zo zijn geschrokken dat zij in reflex hun handen op een brandende kachel hebben neergelegd. Dit in combinatie met de stofwolken, en de dames dachten al snel aan een gasaanval

Vandaag ook de dag dat de Vlissingse Rode Kruismedewerkers voor het eerst er op uit trekken om hulp te verlenen aan de vijand. Bij het bombardement heeft de luchtafweer kans gezien een Duitse vliegtuig neer te halen.

Dit toestel is neergekomen bij het treinstation. Bij aankomst blijkt het toestel niet te benaderen door de intense hitte van het in brand staande toestel. In de avond onderneemt men wederom een poging om het stoffelijk overschot te bergen. Dit zal later omschreven worden als een verschrikkelijke klus. De piloot is onherkenbaar verbrand, flarden kleding hangt aan het zwart geblakerde lichaam. Een afschuwelijke lucht hangt om hem heen, een arm krampachtig gebogen voor het gelaat.

In de morgen van 12 mei voeren Duitse vliegtuigen een grote aanval uit op de rede en de haven van Vlissingen. De 16e Batterij luchtdoelartillerie samen met een Franse batterij en de luchtafweer op verschillende schepen halen een aantal vijandige toestellen neer. Echter gaan er ook een aantal schepen verloren of raken door de aanval beschadigd . openbare gebouwen en woonwijken worden getroffen,militairen en burgers raken gewond.³

Deze dag, waarop Vlissingen het eerste bombardement te verwerken krijgt, zal zeker niet het laatste zijn. Vele bombardementen zullen de inwoners van Vlissingen nog te verduren krijgen. En dat gebeurt al direct tegen de avond. Ditmaal niet de binnenstad maar het havengebied wordt door de Duitsers gebombardeerd.

Op deze eerste oorlogsdag krijgen de Rode Kruis medewerkers hulp van medische studenten. Deze jongens zijn door de mobilisatie bij de militair geneeskundige dienst terecht gekomen en verrichten uitstekend werk. Op alle vlakken hebben de studenten zich bewezen ; van het sjouwen van inventaris tot het verplegen van gewonden. En zoals het hoort bij jonge studenten zaten ze ook achter knappe verpleegsters aan, dit tot ongenoegen van de ziekenhuis-directrice.

13 mei 1940

Maandag 13 mei, Tweede Pinksterdag nemen de luchtaanvallen toe. Er valt nu ook een patroon te ontdekken in deze aanvallen. Net na zonsopgang en tegen zonsondergang komen de Duitse vliegtuigen, vooral de havens, stations en fabrieken worden aangevallen. Gelukkig geen gewonden onder de burgerbevolking. Dit wil niet zeggen dat men rustig aan kan doen, bejaarden en hulpbehoevende worden naar veiligere oorden overgebracht.

Berichtgeving is deze dagen onzeker, geen enkele nieuwsbericht is te vertrouwen. Verhalen doen de ronde dat vijandelijke zenders in de lucht zijn gekomen om verwarring te scheppen. Hierdoor heeft men geen enkel idee wat zich in het rest van het land afspeelt.

14 mei 1940

De volgende dag,14 mei 1944 is de dag waarop het Rode Kruis de handen vol heeft om achtergebleven oude van dagen uit de stad te evacueren. Eerder op de dag heeft burgemeester van Woelderen de order de deur uitgedaan dat oudere, zieken, vrouwen en kinderen de stad moeten verlaten. De evacuatie lijkt meer op een wilde vlucht. Het luchtalarm loeit onafgebroken en in lucht zijn constant Duitse vliegtuigen te zien.

” Een ander deel der bevolking, dat niet zoo snel door de ploegen verwerkt kon worden ging op eigen gelegenheid, vulden allerlei vreemdsoortige vervoermiddelen, gingen te voet of per fiets, sleepten hun oude vader op een handkar mede en verdwenen bijna allemaal in de richting Koudekerke.”

Tijdens het luchtalarm liggen de gangen van het ziekenhuis vol met vluchtelingen die komen schuilen. Na het afblazen van het luchtalarm, blijkt men van alles te zijn ‘vergeten’. En dan niet alleen een kinderwagen, maar ook opa en oma. “Een betere verzorging kunnen papa en mama niet krijgen, dan in een ziekenhuis”, moet de gedachten zijn geweest van de kinderen.

In de nacht pakt men de radio er weer bij en wacht in spanning af op het vooraf aangekondigde bericht van Generaal Winkelman. Terwijl boven Vlissingen de lucht gevuld is met het geluid van overvliegende vliegtuigen is bij de luisteraars de vraag aanwezig of Nederland de strijd heeft verloren en is gecapituleerd. Er volgt geen bericht van de Generaal en men weet nog niks.

 “kwamen uit Middelburg telefonische berichten die de capitulatie meldden, maar een paar uur daarna worden deze weer tegengesproken.”

In het ziekenhuis zijn onder de gewonden ongeveer 15 Franse en 30 Nederlandse soldaten aanwezig. Deze worden op woensdag 15 mei overgeplaatst naar het militaire hospitaal in Domburg. Dit onder de noemer dat gewonden militairen de beste zorg ontvangen in een militair hospitaal.

15 mei 1940

Zowel op 15 mei als de daarop volgend dag ziet men steeds meer Franse soldaten. In het ziekenhuis neemt het aantal gewonden Fransen soldaten toe en bij de havens zorgen de veerboten voor het overzetten van de Franse troepen naar Zeeuws-Vlaanderen. De Duitse luftwaffe neemt geregeld deze veerboten onder vuur.

 “ Hoewel de bevolking voor een groot deel reeds de stad had verlaten had, kwamen er toch den gehelen dag door gewonden binnen, geen groote aantallen, maar telkenmaal 2-3.”

In de namiddag worden de gewonden militairen overgebracht naar Domburg. Dit konvooi bestaat uit al het rijdende materiaal waar de afdeling over beschikt en de groepscommandant krijgt de opdracht de 60 gewonden af te leveren en direct terug te keren naar Vlissingen. Zodat het materiaal weer beschikbaar zou zijn.

Het verloopt door een behoorlijke inefficiëntie in Domburg anders. Men blijkt langs verschillende locaties te moeten rijden om de gewonden af te leveren. Tot overmaat van ramp besluiten officieren alle gewonden te controleren op de aard van verwonding. Aan de hand van de bevinding die men doet besluit men de militair wel of niet op te nemen. Tot grote ergernis blijkt ook dat de men helemaal niet kijkt naar de ziektegeschiedenis die in 3-voud is meegekomen vanuit Vlissingen.

De ploeg rijdt in de ochtend Vlissingen binnen en krijgt te horen dat ze erg gemist zijn. Vlissingen is die nacht zwaar te pakken genomen door de Duitsers. Zoals elke avond waren de bommenwerpers weer verschenen en hadden vrijspel gehad aangezien er bijna geen luchtafweer meer is. De Fransen zijn op de vlucht.

Gedurende de avond komt de melding binnen dat er een lijk en een gewonde Duitse piloot opgehaald moeten worden. Een duidelijke plaats omschrijving ontbreekt en de ploeg rijd eerst naar het Roeiershoofd. Daar aangekomen zit men opeens tussen zeer nerveuze vluchtende Franse militairen. Zo nerveus dat de Fransen ogenblikkelijk de koplampen van de ziekenwagen kapot slaan met de achterkant van hun geweren. De spanning overheerst alles.

Het lijk en de gewonden worden niet gevonden. Verbinding met de meldkamer van de Marine is niet meer mogelijk en men rijdt naar het Marine terrein. Ook hier is men bezig te evacueren, de evacuatie van de Nederlandse Marine is bijna een feit.

Met het lijk en de gewonde piloot in de ziekenauto gaat men richting het ziekenhuis. De terugweg verloopt chaotisch, stapvoets moet er gereden worden. Vluchtende Franse troepen versperren de weg, loslopende paarden duiken overal op en achtergelaten uitrustingen moet worden ontweken.

In de stad zelf is het niet rustiger. Constant loeit het luchtalarm, is het afblazen of aanblazen ? Men weet het niet meer. Franse soldaten verschaffen zich al schietend toegang tot de woningen langs de Vissershaven, plunderen de huizen en trekken weer verder.

Tijdens hun terugtocht over de Westerschelde in mei 1940 hebben Franse troepen hun voertuigen in brand gestoken. De foto is genomen op het Beursplein voor het Beursgebouw.

Op het Bellamypark staan auto’s in de brand, ethiek is bij sommige Franse soldaten ver te zoeken.

Met het oog op een evacuatie worden de binnengebrachte gewonden niet meer in een bed gelegd maar op een draagbaar geplaatst. in het ziekenhuis beschikt men sinds enkele dagen niet meer over gas. Buiten staan kachels waarop nu gekookt wordt, operatie instrumenten worden in de buitenlucht gesteriliseerd. Als dan ook nog de watertoevoer hapert zijn de problemen groot. Gewonden worden zo goed mogelijk geholpen en de operaties gaan door.

 “ Daar het ziekenhuis niet verduisterd was en de helpers den eersten oorlogsochtend alleen de vitale kamers zoo goed mogelijk beplakt hadden, mochten we geen licht aansteken, wat de verpleging hinderde.”

De problemen worden nog groter als bij een bombardement het transformatorhuisje, gelegen aan de Bonedijkestraat geraakt wordt. Stroom is er nu ook niet meer. Met behulp van zaklantaarns probeert men de hulpbehoevende zo goed mogelijk te helpen.

De dagen die hierna volgen staan vooral in het teken van het evacueren van de gewonden naar Domburg. Niet alleen gewonden worden vervoerd maar ook oudere en zwangeren gaan richting Domburg. Domburg begint vol te stromen, zeker ook na het bombardement van Middelburg. De Militair Geneeskundige dienst is uit deze stad richting Zeeuws-Vlaanderen vertrokken. De ploegen van het Rode Kruis verlenen nu ook hulp in de binnenstad van Middelburg. Vanuit Domburg vertrekken er ploegen naar Vlissingen om voorraden op te halen en zelfs het röntgentoestel gaat naar Domburg.

De patiënten die geopereerd dienen te worden gaan terug naar Vlissingen. De patiënten liggen nog maar net in bed of de stad komt onder granaatvuur te liggen. Vuur afkomstig van de ‘overkant’. Franse kanonnen opgesteld in Zeeuws-Vlaanderen vuren op de stad. Na overleg met de Burgemeester acht men het slim om weer naar Domburg te vertrekken.

De strijd lijkt gestreden, Duitse troepen rukken steeds verder op. Zuid-Beveland is al in Duitse handen en de Fransen weten hun stellingen onder andere tengevolge van de Duitse overmacht bij de Sloedam niet te behouden. Door de snelle ontwikkelingen op het eiland Walcheren wapperen bij sommige Nederlandse onderdelen al de witte vlag. Echter bevinden zich tussen de Nederlandse militairen en de aanvallende Duitse troepen, de Franse troepen die zich al vechtend terugtrekken in de richting van Vlissingen. Op 17 mei, 14:00 uur bericht de Franse commandant aan het Commando Zeeland dat de strijd hopeloos is en dat zoveel mogelijk troepen (Frans en Nederlands) overgezet moeten worden naar Zeeuws-Vlaanderen. In de namiddag krijgt Middelburg een vernietigende klap te verwerken. Duitse bommen en artillerie leggen het centrum van de stad in puin. Na telefonische overleg tussen de burgemeester van Middelburg en Schout-bij-Nacht Platon besluit de bevelvoerende officier van het Commando Zeeland tot capitulatie van Walcheren en Noord-Beveland. Dit besluit wordt aan de Duitse commandant meegedeeld te Vlissingen. Rond 21:00 uur is uiteindelijk het onvermijdelijke gebeurt, de capitulatie van dit stuk Nederlandse grondgebied is een feit.4

De stad is in Duitse handen

De eerste kennismaking met de Duitsers ging niet soepeltjes en de gewonde Duitse piloot verdwijnt snel naar Antwerpen. Daar moesten ze snel vanaf.

 “ de moffen hadden er kennis van gekregen dat we een Duitsch piloot hadden meegenomen en men eisten onmiddellijk een afzonderlijke ligging voor deze man (…) tot slot werd nog de opmerking geplaatst van “ weet maar goed, Sie sind verantwordlich.”

Vervolg

Op 22 mei gaat een deel van de Rode Kruis groep uiteen, zij hebben hun taak goed vervult en zijn niet meer nodig. Een tiental helpers blijft in dienst van het Rode Kruis om de ziekenhuizen in Vlissingen weer in orde te maken voor gebruik. Deze groep zal de zieken en gewonden vanuit de omgeving weer terug brengen naar het ziekenhuis in Vlissingen.

Op 2 juni is de rust weer een beetje teruggekeerd in Vlissingen , komt het St. Josephziekenhuis weer in bedrijf. Een aantal dagen later is het de beurt aan het ziekenhuis Bethesda om weer operationeel te worden. In het laatst genoemde ziekenhuis komen de gewonden Franse soldaten onder de uitstekende zorg van Mevrouw van ’t Hof uit Rotterdam terecht.

 “ Wat deze dame voor haar landgenooten heeft gedaan is niet te beschrijven, dag en nacht was zij aan het ziekbed, voor alle moeilijkheden vond zij een oplossing. Zij zorgde voor Fransche lakens waarin deze soldaten begraven werden. Haar werd een groot verdriet aangedaan, toen eind Augustus de herstelde Fransche gewonden naar een krijgsgevangenschap werden overgebracht.”

 

Nawoord

Tussen de periode december 1945 en maart 1946 heeft Rode Kruis arts dokter Jens op schrift gesteld wat er zich heeft afgespeeld gedurende de meidagen van 1940. Het verhaal is grotendeels gebaseerd op zijn verslag, aangevuld met fragmenten uit andere bronnen.

Hij vertelt het verhaal van de eerste dagen van de Tweede Wereldoorlog in Vlissingen. De inspanning die de medewerkers van het Rode Kruis hebben moeten leveren, maar ook de moed die ze getoond hebben. De inspanning, het zware lichamelijk wat geleverd is om de gewonden en het materieel te vervoeren. De moed die nodig is om na en tijdens beschietingen te doen wat gedaan moet worden. De verschrikkingen van een oorlog te moeten zien en de moed om ervoor te zorgen dat een deel van het ziekenhuismateriaal uit handen zou blijven van de Duitse bezetter.


 

1. Beknopt overzicht van de krijgsverhandelingen der koninklijke landmacht 10-19 mei 1940
2. blz 188 Beknopt overzicht van de krijgsverhandelingen der koninklijke landmacht 10-19 mei 1940 blz 190
3.Beknopt overzicht van de krijgsverhandelingen der koninklijke landmacht 10-19 mei 1940 blz 189
4.Beknopt overzicht van de krijgsverhandelingen der koninklijke landmacht 10-19 mei 1940 blz 197
Afbeeldingen zijn afkomstig uit het Gemeentearchief vlissingen, digitaal nummer staat vermeld bij de afbeelding.
Verslag NIOD 865

 

Gerelateerde berichten

4 reacties

  • Mooi geschreven. Heel interessant.

  • Peter Stroo

    Of het Duitse vliegtuigen en/of artillerie waren die Middelburg in de as hebben gelegd, is natuurlijk nog maar de vraag.

    Dat iets daarvoor Vlissingen door de Fransen werd beschoten, maakt het verhaal dat het de Fransen waren, weer iets meer geloofwaardiger.

    • A
      Edwin Tilroe

      En misschien is het wel een combinatie van beide. In het verslag heeft men het over verwoesting door de Luftwaffe, gezien door inwoners.
      Kan ook een in het wilde weg schieten van de Fransen zijn geweest vanuit Zeeuws-Vlaanderen. Of een misser van de Duitsers. Geen idee….

  • Dick de Ruiter

    HI Edwin,

    Enorm interessant,
    dank voor dit ‘document’ dat ik meerdere malen zal lezen.

    Dick

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.