No. 4 Troop (Capt. Carr)
We lagen halverwege de Westerschelde voor de kust van Vlissingen tot ons deel van de vloot, bestaande uit het hoofddeel van het Commando, sein kreeg om aan te vallen. De Flottieljeleider, gevolgd door mijn vaartuig en dan de LCA van Lt C. Kelly, ging naar het strand links van de golfbreker die het scheidde van UNCLE BEACH. Terwijl we op volle snelheid naar binnen stoomden, kwamen we onder zwaar vuur te liggen van twee machinegeweren die lichtspoormunitie afvuurden vanuit bunkers aan onze linkerflank. Deze werden onder vuur genomen met het Bren-geweer tot we dicht bij land waren, toen ik de schutter opdracht gaf te stoppen en zich voor te bereiden op de landing. Net daarna werd de boot doorzeefd met kogels. De matroos die op het dek achter de stuurman lag, werd zwaar geraakt en rolde over de middelste rij heen, terwijl soldaat Gibbs bewusteloos werd door een kogel die zijn ruggenmerg schampte in zijn nek. Direct daarna raakte het vaartuig een onderwater obstakel, de ijzeren staaf doorboorde de bodem van de boot en veroorzaakte een gat.
De klep ging naar beneden zodra we aanlegden, en hoewel de boot naar rechts helde en met de achtersteven zonk, kwamen alle mannen eraf, met een deel van de uitrusting. De machinegeweren vuurden nog steeds en Gunner Hill werd dodelijk in het hoofd getroffen, en twee anderen raakten gewond. De rest van de mannen kwamen over de palen- en draadversperring op de dijk. De sectie middelzware machinegeweren, wiens vaartuig ook onder vuur was komen te liggen, landde naast de golfbreker en kwam net na ons aan land met hun wapens. Ze hadden geen slachtoffers.
Toen alle mannen over de versperring waren, nam ik S/Sgt Lloyd en Pte Leyland mee naar de boot en redde één mortier en drie of vier kisten met bommen, de andere mortier was al aan land gebracht. De gewonde matrozen waren al meegenomen door de rest van de bemanning, die het schip had verlaten.
De landing was om 06.45 uur, en een half uur later stonden de 3-inch mortieren in stelling klaar om te vuren, terwijl de sectie middelzware machinegeweren op weg ging om zich bij Nr. 6 Troop te voegen, die naar BEXHILL was opgerukt, hun doelwit op het kruispunt in het centrum van de stad. De MMG-sectie en de Troop HQ-sectie bereikten BEXHILL om 07.45 uur. Luitenant C. Kelly maakte contact met Capt Vourch, en was op weg terug over de weg toen hij door een sluipschutter in de borst werd getroffen op een hoek van het kruispunt. Hij wist het huis op de hoek te bereiken met zijn ordonnans (=militair die is toegewezen aan een officier om hem te assisteren met verschillende taken). L/Cpl Lambert werd direct daarna op dezelfde plaats in de maag geraakt. Ik leidde de sectie toen via een zijstraat naar de straat die vanuit het kruispunt westwaarts naar zee liep. Deze weg lag onder vuur van een licht machinegeweer bovenop de straatversperring en van sluipschutters.
Het vuur van Bren-geweren werd gericht op de straatversperring, en de sectie stak onder dekking van rook over naar het hoekhuis waar Capt Vourch (6 Troop) zijn hoofdkwartier had gevestigd. Ik stuurde toen één geweer naar het hoekhuis waar Lt Kelly lag, en liet één geweer, zonder de driepoot van L/Cpl Lambert, bij Capt Vourch. Soldaat Stoddart van de MG-sectie werd bij een poging om de MG-driepoot te bergen door een sluipschutter in het hoofd getroffen op dezelfde hoek en werd gedood.
Tegen het middaguur waren twee pelotons van de KOSB onder dekking van rook de weg overgestoken om zich bij Nr. 6 Troop te voegen. Het compagniehoofdkwartier was naast me. Ik had ook vijftien Fransen bij me van Nr. 6 Troop. Rond 12.00 uur werd het kruispunt onder mortier vuur genomen, waarbij mijn huis werd geraakt. In de middag naderde een Duitse patrouille van ongeveer tien man het kruispunt vanuit het westen, maar werd teruggedreven door MMG-vuur van het detachement van Kapitein Vourch. Helaas blokkeerde het geweer omdat het niet op een driepoot stond, maar de schutter doodde drie man door enkele schoten af te vuren.
Toen het donker werd ging ik naar het huis van Kapitein Vourch met de MMG-driepoot (MMG= Medium Machine Gun) en meer munitie. Ik bracht mijn Company Sergeant Major (CSM) en andere leden van de Hoofdkwartiergroep mee terug die bij Capt Vourch gestrand waren. Bij het oversteken van de weg viel CSM Chattaway, waarbij hij zijn knieschijf brak.