Organisatie luchtbescherming PZEM 1940 deel 2

Deel 2

Alarmsignalen bij nacht.

Tussen 5 uur n.m. en 7 uur v.m. zullen buiten het personeel, dat wachtdienst en hulpdienst heeft, geen andere personen op onze terreinen aanwezig zijn. Moeten er bijzondere werkzaamheden verricht worden, waardoor extra mensen werken, dan moet hiervan den ploegleider kennis gegeven worden en wel schriftelijk door den opdrachtgever met vermelding van de namen en den tijd, waartussen deze mensen aanwezig zullen zijn.

De ploegleider wijst nu een van zijn mannen aan, die de eventuele alarmseinen aan hen moet doorgeven. Zodra het signaal “luchtgevaar” gegeven wordt en de verlichting nog niet verduisterd is, wordt dit onmiddellijk gedaan en wel door den schakelbordwachter van de wacht.
In de wintermaanden is het mogelijk, dat het werkplaatspersoneel nog aanwezig is en de verlichting nog brandt. De verlichting wordt alsdan onmiddellijk gedoofd. Nergens mag licht uitstralen, men verliest dit vooral niet uit het oog. De aangebrachte geleide lichten wijzen U den weg naar de schuilplaatsen. Houdt U kalm. In het donker is de trefkans nog veel geringer.

Men handelt overigens als hiervoor omschreven voor “Aanval overdag“.

Aan ieder lid van het personeel, dat is ingedeeld bij een der wachten of hulpdiensten, zomede aan de reservisten, worden zodra dit nodig geoordeeld wordt, een tas met gasmasker en toebehoren uitgereikt. Het overige personeel wordt in overweging gegeven zelf voor een gasmasker te zorgen. Aan deze personen wordt door de Maatschappij geen gasmasker verstrekt.
De tas, het masker en het doosje met poetsmiddelen zijn met hetzelfde nummer gemerkt, zodat een ieder steeds zijn eigen gasmasker kan herkennen.

Dezelfde nummers zijn ook aangebracht op de stalen helmen voor die personen, die er een worden uitgereikt.

Op de kast in het Hospitaaltje (schuilplaats 2) is een lijst aangebracht, waarop U, indien U Uw nummer mocht zijn vergeten, dit altijd kunt terug vinden.
Wat staat het trampersoneel te doen, dat zich onderweg bevindt, wanneer het signaal “luchtalarm” wordt gegeven?
Men stopt direct en laat de passagiers uitstappen en zich verspreiden. De stroom is inmiddels afgeschakeld. Het beste is langs de kanaal- of leidingberm dekking te zoeken. Is het gevaar geweken, dan gaat U weer naar Uw tram en vertrekt, zodra U weer stroom hebt bekomen.
De tramrijtuigen, die in deze donkere tijden zullen rijden, zijn voorzien van verduisterd licht. Er moet dus zeer behoedzaam gereden worden.
Ook hier geldt: U moet er voor zorgen, dat er geen licht kan uitstralen.

Gerelateerde berichten

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.