In het kort kan gesteld worden dat de Vesting Vlissingen in het jaar 1831 opgebouwd is uit een land- en zeefront. Dit voorgenoemde front bestaat uit 13 Bastions. Een bastion is een uitbouw van een verdedigingswerk.
Met uitzondering van Bastion 1 ( Westbeer ) en Bastion 8 ( Oostbeer ) , welke aan de zeedijk aansluiten, is de hoofdwal aan de landzijde niet voorzien van een muur. Het zeefront is echter wel voorzien van een, zoals ze dat noemen : een muurbekleding. De reden laat zich makkelijk raden : zeekering.
In de hoofdgracht bevinden zich 2 ravelijnen1 met in de linker ravelijn een reduit2 ingebouwd.
1 Ravelijn : vestingwerk wat bescherming geeft aan de vestingwal
2 Reduit : versterkte post binnen een vestingwerk
Aan de landzijde is de vesting met een bedekte weg en glacis omgeven.
Een bedekte weg is een dekkingswal rondom een verdedigingswerk. Infanterie had hier de mogelijkheid zich gedekt te verplaatsten en de vijand onder vuur te nemen. Een glacis is een geleidelijk aflopende verdedigingswal.
Op het uiteinde van het glacis liggen nog 3 lunetten ( Aangegeven met L ), dit zijn verdedigingswerken die te vergelijken zijn met een ravelijn. Voor het glacis is van dijk tot dijk een voorgracht of zoals dit in het Frans heet een flacque l’eau gegraven. Deze voorgracht heeft een aanmerkelijke breedte.
Bovenstaande overlay geeft aan waar Vesting Vlissingen gelegen zou zijn geprojecteerd op een foto uit 2015. Het zeefront geeft een mooi houvast, daar zijn de oude verdedigingswerken nog zichtbaar. In het westen bij de Coosje Buskenstraat nog een deel van de Westbeer (1), bij de Oostbeer (8) gelegen aan de Commandoweg, het Bastion bij de Oranjemolen (9) , natuurlijk het Keizersbolwerk ( 10 ), Leugenaarshoofd (11) gelegen op de Boulevard de Ruyter en als laatste het deel bij de Gevangentoren (12).
Van het landfront is niks meer terug te vinden, behalve een naam. Zo laat de naam Glacisstraat weten dat dit te maken heeft met het Glacis van het verdedigingswerk.
De volgende keer meer over de Vesting Vlissingen uit 1831, dan wat meer detailwerk.
